Eetstoornissen

Geschreven door
Categorie: Kennisbank
Gepubliceerd: 16 juni 2014
Hits: 123636

Nasi, pizza, brood, aardappelen… Eten doe je elke dag. Omdat het lekker én gezond is, maar ook omdat je het nodig hebt om in leven te blijven. Er zijn mensen die niet alleen aan eten denken als hun maag knort of als het etenstijd is. Hun hele dag wordt beheerst door eten, eten en nog eens eten. Ze nemen zich bijvoorbeeld voor om weinig te eten en voelen zich schuldig als ze aan het eind van de dag tóch meer naar binnen gewerkt hebben. Deze mensen hebben een eetstoornis.

Welke soorten zijn er?
Er zijn verschillende eetstoornissen. De meest voorkomende zijn:


Anorexia nervosa
Mensen met anorexia nervosa zijn heel erg bang om dik te worden en ze zien hun lichaam vaak anders dan het is. Bijvoorbeeld: iemand kan broodmager zijn en zich toch te dik voelen. Tegelijkertijd weten ze vaak wel heel goed dat hun vrienden en familie het maar niks vinden dat ze zo vermageren.

Ze verzinnen allerlei smoesjes om niet te hoeven eten. Ze zeggen dat ze geen trek hebben, doen alsof ze net gegeten hebben of nemen wel brood mee naar school maar gooien het daar weg. Vaak sporten mensen met anorexia heel fanatiek om zo nog sneller af te vallen. Zelf vinden ze bijna nooit dat ze een probleem hebben.

Steeds dunner worden, is voor deze mensen een verslaving. Het geeft ze het gevoel dat ze ergens controle over hebben en dat ze ergens heel goed in te zijn, namelijk: afvallen.

Mensen met anorexia nervosa krijgen vaak lichamelijke klachten als ze te mager worden: duizeligheid, haaruitval, botontkalking en bij meisjes en vrouwen kan de menstruatie wegblijven zonder dat ze zwanger zijn.

Anorexia kent verschillende vormen. Er zijn mensen met anorexia die proberen zoveel mogelijk af te vallen door niet te eten. En er is een groep mensen met anorexia die de ene periode niet of nauwelijks eten en de volgende periode enorme eetbuien kunnen hebben. Na die eetbuien proberen ze de ingeslikte calorieën kwijt te raken door bijvoorbeeld over te geven.

Boulimia nervosa
Als je af en toe een hele zak chips achter elkaar leeg eet, heb je geen boulimia. Wel als je drie maanden lang minstens twee keer per week de hele koelkast en alle keukenkastjes leeg eet zonder iets te proeven. Mensen met boulimia hebben tijdens zo’n eetaanval geen zelfbeheersing.

Na een vreetbui walgen ze zo van zichzelf dat ze een vinger in hun keel steken, laxeerpillen slikken of fanatiek gaan sporten. Zo komen ze niet aan. Want hun gewicht en gezond eten is voor hen heel belangrijk. Je ziet het meestal niet als iemand boulimia heeft. Mensen met boulimia hebben alleen vreetbuien in hun eentje. Mensen met boulimia krijgen minder lichamelijke klachten dan mensen die anorexia hebben. Ze hebben vaak wel last van hun keel en stem. Als het overgeven heel vaak voorkomt, krijgen ze een slecht gebit.

Binge Eating Disorder (BED)
Binge eating lijkt op boulimia nervosa. Mensen met het binge eating disorder hebben regelmatig last van enorme eetaanvallen. Zij gaan na zo’n eetbui echter niet braken of laxeermiddelen gebruiken. Deze mensen zijn dan ook vaak te dik. Ze voelen zich vaak schuldig over hun eetbuien en hebben vaak depressieve gevoelens. Door hun overgewicht kunnen ze bovendien last krijgen van spataderen, lage rugpijn en gewrichtsklachten. Ook kan bij meisjes en vrouwen hun menstruatie wegblijven terwijl ze niet zwanger zijn.


Waar komt het door?
De meeste psychische stoornissen zijn er al vanaf je geboorte. Ze zitten in je genen. Ze zijn in aanleg aanwezig. Je kunt het zien als een tv die op stand by staat. Pas als het knopje ‘aan’ wordt ingedrukt, gebeurt er iets. In dit geval in je lijf en in je hoofd. Dat knopje kan op verschillende momenten en op de meest uiteenlopende manieren worden ingedrukt. Bij sommigen blijft de stoornis hun hele leven op stand by staan. Als jij bijvoorbeeld een geweldige jeugd hebt, met superouders en andere mensen die je vertrouwt en bij wie je je veilig voelt, het gaat goed op school en er zijn genoeg leuke dingen die je doet, dan krijg je misschien geen last van die stoornis. Maar als je bijvoorbeeld veel nare dingen meemaakt in je jeugd óf je hebt een wat somberder karakter, dan kan het knopje worden ingedrukt. Maar dit is niet voor twee mensen hetzelfde. Ook al word je met aanleg voor dezelfde stoornis geboren, heb je precies dezelfde jeugd en hetzelfde karakter, dan nog kan het zijn dat die ander last van de stoornis krijgt en jij niet. Niemand weet precies hoe stoornissen ontstaan. Daarom wordt er veel onderzoek naar gedaan. Het enige wat wel zeker is, is dat het gaat om een samenspel van biologische, sociale en psychologische factoren. Eetstoornissen komen in sommige families vaker voor. Dat kan betekenen dat erfelijkheid een rol speelt.

In de westerse wereld lijkt het wel eens dat je alleen succesvol kunt zijn als je slank bent. Dikke mensen worden geassocieerd met lui en dom. Het lijkt de normaalste zaak van de wereld om te lijnen of daar in elk geval mee bezig te zijn. In de bladen en op de catwalk zijn vooral magere modellen te zien. Als je daar gevoelig voor bent, wil je er ook zo uitzien. Daar komt nog bij dat mensen in je omgeving vaak leuk reageren als je wat kilo’s bent kwijtgeraakt. Je krijgt dan eerder complimentjes dan wanneer je bent aangekomen. Dit heet ook wel sociale waardering.

Eetstoornissen ontstaan meestal rond de puberteit: een periode van veel veranderingen. Sommige jongeren vinden die veranderingen eng of bedreigend. Een eetstoornis kan hier een reactie op zijn. Door je eten te controleren, heb je nog een beetje het gevoel dat je de controle op je leven houdt. Traumatische ervaringen zoals geweld, incest of andere vormen van seksueel misbruik zijn een belangrijke risicofactor voor het ontstaan van met name boulimia.

Dan is er ook nog de factor die te maken heeft met je persoonlijkheid: mensen met een eetstoornis vinden het vaak moeilijk hun emoties te laten zien of ze hebben depressieve gevoelens. Hun zelfbeeld is laag, ze willen alles heel goed doen en stellen hele hoge eisen aan zichzelf. Eisen waaraan ze vaak niet aan kunnen voldoen. Waar ze wel aan kunnen voldoen is op gewicht blijven of juist extreem vermageren. Dat geeft ze een gevoel van controle en ze krijgen het idee dat ze ergens goed in zijn.


Hoe vaak komt het voor?
Ongeveer 1% van de volwassenen heeft een eetstoornis. Geschat wordt dat in Nederland vijf tot zesduizend mensen anorexia hebben en ongeveer 20.000 boulimia. Eetstoornissen komen vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Opvallend is dat steeds jongere mensen een eetstoornis hebben. Dit is een zorgelijke ontwikkeling. Jonge mensen zijn immers nog in de groei. Een te sterke vermagering of een te groot overgewicht kan gevolgen hebben voor de lichamelijke ontwikkeling. Zo kunnen eetstoornissen zelfs als ze voorbij zijn ook op latere leeftijd grote gevolgen hebben.


Wat is je diagnose?
Om er precies achter te komen waar je gedrag en gevoelens mee te maken hebben, moet je onderzocht worden. Als je een bot breekt, is dat simpel: er wordt een röntgenfoto gemaakt, het bot wordt weer aan elkaar gezet, je krijgt er gips omheen en na een aantal weken is het genezen. Met psychische stoornissen is het vaak een stuk moeilijker om erachter te komen wat je precies hebt. Bovendien zijn er veel mensen met een eetstoornis die ontkennen dat er iets aan de hand is. Ze zeggen vaak dat het wel meevalt. Daarom zoeken zij vaak geen hulp en is het moeilijk ze zo ver te krijgen. De huisarts mag officieel niet bepalen of je een eetstoornis hebt. Die moet je doorverwijzen naar een psychiater of psycholoog. Als je onder de zestien bent, moet je altijd samen met je ouders of iemand die officieel het gezag over je heeft (bijvoorbeeld een voogd). Zo staat het in de wet. Boven de zestien hoeft dat niet.

Wel is het goed te weten dat alle medici, en dus ook psychologen en psychiaters, een geheimhoudingsplicht hebben. Dit betekent dat ze alleen informatie over jou mogen geven aan de mensen die je behandelen. Alleen met jouw toestemming en als je onder de zestien bent met de goedkeuring van je ouders, mogen ze het aan anderen (bijvoorbeeld je docent of sportleraar) vertellen.

De psychiater of psycholoog voert een aantal gesprekken met jou en vaak ook met belangrijke personen uit je omgeving. Ook wordt jou en soms ook mensen uit jouw omgeving gevraagd om vragenlijsten in te vullen. Soms wordt je ook geobserveerd bijvoorbeeld thuis of op school. Je wordt gewogen en je lengte wordt gemeten. Er wordt gekeken of je gewicht past bij hoe lang en oud je bent.

Daarnaast kan er ook iemand bij je op school of thuis komen kijken hoe het daar met je gaat en hoe je je gedraagt. En soms ga je ook praten met een fysiotherapeut, logopedist of dramatherapeut. Dit hangt allemaal af van waar je last van hebt of tegenaan loopt en welke vragen de psychiater of psycholoog nog heeft.

Alle informatie bij elkaar wordt gebruikt om te bepalen óf en welke stoornis je eventueel hebt. Daarvoor gebruiken psychiaters en psychologen een boek waarin per stoornis staat aan welke symptomen je moet voldoen om te kunnen zeggen dat je die stoornis hebt. Een symptoom is een klacht. Pas als je een bepaald aantal symptomen hebt, is er sprake van een stoornis. Dan kan je daarvoor behandeld worden.


Hoe is het te behandelen?
Iemand met een eetstoornis weer op een gezond gewicht krijgen is een belangrijk doel. Als iemand ernstig vermagerd is, kan het nodig zijn hem of haar op te nemen in het ziekenhuis. Dit kan een algemeen ziekenhuis zijn of een psychiatrisch ziekenhuis. Dat hangt af van de lichamelijke en psychische problemen: hoe ernstig zijn die? Weer een gezond gewicht krijgen is niet het enige. Mensen met een eetstoornis krijgen een therapeutische behandeling. Hierin leren ze stap voor stap een gezond eetpatroon. Ze verbeteren hun zelfbeeld, leren omgaan met spanningen en emoties en wat realistisch is om van zichzelf te verwachten. Er zijn verschillende soorten therapie: gedragstherapie, groep- en/of gezinstherapie en individuele therapie. Een combinatie van verschillende behandelvormen is mogelijk.

Door behandeling geneest 40 tot 60% van de mensen met een eetstoornis helemaal. Bij ongeveer 30% worden de problemen wel minder, maar blijft de eetstoornis bestaan.


Zijn er medicijnen voor?
Medicijnen lossen eetstoornissen niet op. Ze kunnen wel deel uit maken van de behandeling. Kalmeringsmiddelen of antidepressiva kunnen helpen het aantal eetbuien te verminderen en sombere gevoelens tegen te gaan. Maar medicijnen zijn bij eetstoornissen altijd onderdeel van de therapeutische behandeling.


Heb je zelf een eetstoornis?

  • Loop niet voor je problemen weg. Erken dat je een eetprobleem hebt. Het is niet iets om je voor te schamen.
  • Neem je eigen gevoelens en klachten serieus. Praat er met iemand over. Dit kan iemand zijn uit je directe omgeving zoals je ouders, broer of zus of een goede vriendin. En ook bijvoorbeeld je mentor of vertrouwenspersoon op school of van je werk.
  • Mocht je kenmerken van een eetstoornis bij jezelf herkennen dan raden wij je dringend aan om hierover te praten met je huisarts. De huisarts kan samen met jou kijken of je zorgen terecht zijn.
  • Wacht niet met hulp zoeken! Of het nu is bij een vertrouwd iemand uit je eigen omgeving of bij professionele hulp. Schaam je niet om professionele hulp te zoeken, het is juist een kracht! Er zijn steeds betere behandelingen om eetproblemen aan te pakken.
  • Je bent niet de enige. Erover praten met andere jongeren met eetproblemen kan een enorme steun zijn.
  • Probeer inzicht te krijgen in je eetgedrag. Schrijf bijvoorbeeld in een dagboek precies op wanneer je wat gegeten hebt. Schrijf ook op welke gedachten en gevoelens je daarbij had. Door dit te doen krijg je misschien zicht op waarom jij in bepaalde situaties juist wel of niet eet. Een eetdagboek kan ook handig zijn in contacten met de mensen die jou kunnen helpen, bijvoorbeeld je ouders of hulpverleners.
  • Heb je nog vragen dan kun je contact met ons opnemen via WhatsApp, e-mail of chat. Gebruik hiervoor de knoppen rechts op deze pagina. Je krijgt altijd snel antwoord!

Ken jij iemand met een eetstoornis?

  • Probeer het eetpatroon van die persoon in kaart te brengen. Wanneer eet de persoon en wat eet hij dan?
  • Vertel aan de persoon dat je je zorgen maakt en vraag of je kunt helpen. Vertel wat je is opgevallen in het eetpatroon.
  • Laat de persoon niet merken dat je haar of hem controleert. En dwing diegene nooit om te eten. Dat werkt averechts.
  • Ga samen leuke dingen doen die vooral niks met eten te maken hebben. Zo houd je een band.
  • Jij kunt niks aan de eetstoornis van de ander veranderen. Je kunt de ander wel helpen om professionele hulp te zoeken.
  • Als je het zelf niet meer weet, vraag dan hulp aan anderen.
  • Heb je nog vragen dan kun je contact met ons opnemen via WhatsApp, e-mail of chat. Gebruik hiervoor de knoppen rechts op deze pagina. Je krijgt altijd snel antwoord!

Meer informatie en hulp

Organisaties

  • Novarum, Centrum voor eetstoornissen en obesitas. www.novarum.nl
  • Weet, vereniging rond eetstoornissen, tel. 0900-821 24 33 (€ 0,20 p/min.), www.weet.info.
  • Labyrint-In Perspectief. Dit is een landelijke zelfhulporganisatie van en voor familieleden van mensen met een psychiatrische aandoening. Telefonische Hulplijn 0900-254 66 74 (€ 0,20 p/min.) of www.labyrint-in-perspectief.nl.

Websites

  • www.naeweb.nl van de Nederlandse Academie voor Eetstoornissen (NAE)
  • www.weet.info van Weet, vereniging rond eetstoornissen

ZIT JIJ NU MET VRAGEN OF EEN PROBLEEM?
TIP 1 : Check jezelf met de anonieme Zelftest op Mindmasters.nl
TIP 2 : Kijk op onze contact pagina hoe je een vraag kunt stellen aan de coach van Mindmasters
TIP 3 : Plaats hieronder een reactie op dit artikel
TIP 4 : Weet dat je altijd bij je huisarts terecht kunt