Gedragsstoornissen

Geschreven door
Categorie: Kennisbank
Gepubliceerd: 16 juni 2014
Hits: 62998

Wie heeft er nou altijd zin om te doen wat volwassenen tegen je zeggen of van je vragen? Soms is ‘nee’ zeggen en doen gewoon leuk. Of dat nu is omdat je iets écht niet wilt, of omdat je even tegendraads wilt zijn.

Het hoort allemaal bij je persoonlijke ontwikkeling. Als je je afzet tegen je ouders, leerkrachten en andere volwassenen dan kom je erachter wie je bent en wat je eigen normen en waarden zijn. Zo word je een zelfstandig individu. Als je tussen de 12 en 18 bent én onuitstaanbaar, dan heb je nog een excuus: de puberteit. Maar als het niet bij een bui of bij een periode blijft en die houding een gezonde persoonlijke ontwikkeling in de weg zit of zelfs schaadt, dan kan het zijn dat je een gedragsstoornis hebt.

Hoe voelt het?
Natuurlijk ben je soms ook lief en kun je aardig zijn. Maar voel je je snel gefrustreerd en ben je vaak driftig? Heb je moeite met veranderingen en je gedrag daaraan aan te passen? Weiger je altijd te doen wat volwassenen vragen en reageer je driftig als iets verboden wordt of als je wordt gecorrigeerd? Heb je vaak ruzie met bijvoorbeeld je ouders of leerkrachten? Vind je het moeilijk je hun eigen fouten toe te geven en leg je de schuld vaak bij anderen? Doe je vaak hatelijk en erger je je snel? Mishandel je mensen of dieren of dwing je anderen tot seks? En voel je geen spijt of schuldgevoel als je anderen kwetst? Dan kan er bij jou sprake zijn van een gedragsstoornis. Vooral als je gedrag heel snel van gezellig en aardig omslaat in iets negatiefs.

Welke soorten gedragsstoornissen zijn er?

Antisociale gedragsstoornis
Als je een antisociale gedragsstoornis hebt, dan respecteer je de rechten en gevoelens van anderen niet. Bij de één begint dit al op de basisschool, bij de ander in de puberteit. Soms heeft je omgeving er last van omdat je pest, driftig bent, bedreigt of schreeuwt. Maar sommigen zijn antisociaal in het geniep: ze liegen, vernielen of stelen. Als je deze stoornis hebt, kan je ook agressief zijn. Dat kan fysiek zijn (stompen, vechten, vernielen), verbaal (schelden, kwetsen, pesten) of relationeel (expres roddels verspreiden over een ander jongere zodat deze jongere wordt buitengesloten). Het komt ook voor dat je mensen en dieren mishandelt of dwingt tot seks. Er zijn twee soorten agressief gedrag: dat je vijandig of boos reageert op een persoon of situatie die je als bedreigend of frustrerend ervaart. Bijvoorbeeld: je slaat een klasgenootje in elkaar omdat hij je daarvoor geplaagd heeft. Maar er is nog een andere vorm van agressief gedrag: die wordt gebruikt om een doel te bereiken. Bijvoorbeeld: je wilt de leider van een groep blijven en je daagt een ander uit tot een vechtpartij terwijl je al weet dat je zult winnen en daardoor bewondering van de groep zult krijgen.

Oppositionele opstandige gedragsstoornissen
De oppositionele opstandige gedragsstoornis wordt ook wel gezien als een milde vorm van een antisociale gedragsstoornis. Oppositioneel wil zeggen dat je je verzet, dat je jezelf tegenover de ander plaatst (denk politiek oppositie). Opstandig wil zeggen dat je dit doet op een niet zo prettige manier. Als je deze stoornis hebt, dan gedraag je je opstandig naar volwassenen. Je doet bijvoorbeeld nooit wat er gevraagd wordt en je wordt boos als iets verboden wordt of als je wordt aangesproken op je gedrag. Je zorgt er vaak expres voor dat anderen zich aan je ergeren. Het kan zijn dat je eerst deze stoornis had, maar dat die veranderde in een antisociale gedragsstoornis. Maar het kan ook helemaal verdwijnen.

Waar komt het door?
De meeste psychische stoornissen zijn er al vanaf je geboorte. Ze zitten in je genen. Ze zijn in aanleg aanwezig. Je kunt het zien als een tv die op stand by staat. Pas als het knopje ‘aan’ wordt ingedrukt, gebeurt er iets. In dit geval in je lijf en in je hoofd. Dat knopje kan op verschillende momenten en op de meest uiteenlopende manieren worden ingedrukt. Als je wordt geboren met autisme of ADHD, dan zijn de symptomen vaak al in de kindertijd zichtbaar.

Andere stoornissen, zoals schizofrenie of borderline, gaan ‘aan’ als je wat ouder bent. Maar dat hoeft niet altijd. Bij sommigen blijft de stoornis hun hele leven op stand by staan. Als jij bijvoorbeeld een geweldige jeugd hebt, met superouders en andere mensen die je vertrouwt en bij wie je je veilig voelt, het gaat goed op school en er zijn genoeg leuke dingen die je doet, dan krijg je misschien geen last van die stoornis. Maar als je bijvoorbeeld veel nare dingen meemaakt in je jeugd óf je hebt een wat somberder karakter, dan kan het knopje worden ingedrukt. Maar dit is niet voor twee mensen hetzelfde. Ook al word je met aanleg voor dezelfde stoornis geboren, heb je precies dezelfde jeugd en hetzelfde karakter, dan nog kan het zijn dat die ander last van de stoornis krijgt en jij niet. Niemand weet precies hoe die stoornissen ontstaan. Daarom wordt er veel onderzoek naar gedaan.

Het enige wat wel zeker is, is dat het gaat om een samenspel van biologische, sociale en psychologische factoren. Misschien is er in je familie wel iemand die hetzelfde heeft (biologische factor). Het kan ook komen doordat je opgroeit in een omgeving met omstandigheden die kunnen bijdragen aan het ontwikkelen van een stoornis (sociale factor), je ouders maken bijvoorbeeld heel veel ruzie of er is weinig toezicht. En dan is er nog het deel dat zich in je eigen persoonlijkheid of karakter afspeelt (psychologische factor). Er zijn ook factoren die ervoor kunnen zorgen dat het knopje niet aan gaat. Bijvoorbeeld dat je mensen in je buurt hebt waar je terecht kan en bij wie je je veilig voelt.

Hoe vaak komt het voor?
De oppositionele opstandige gedragsstoornis komt bij ongeveer 3 % van de kinderen en jongeren voor. Evenveel jongens als meisjes hebben het. De antisociale gedragsstoornis komt voor bij 2% van de kinderen en jongeren. Deze stoornis komt vaker bij jongens dan bij meisjes voor.

Wat is je diagnose?
Om er precies achter te komen waar je gedrag en gevoelens mee te maken hebben, moet je onderzocht worden. Als je een bot breekt, is dat simpel: er wordt een röntgenfoto gemaakt, het bot wordt weer aan elkaar gezet, je krijgt er gips omheen en na een aantal weken is het genezen. Met psychische stoornissen is het vaak een stuk moeilijker om erachter te komen wat je precies hebt. Daarom kan de huisarts dat niet doen. Die moet je doorverwijzen naar een psychiater of psycholoog. Als je onder de zestien bent, moet je altijd samen met je ouders of iemand die officieel het gezag over je heeft (bijvoorbeeld een voogd). Zo staat het in de wet. Boven de zestien hoeft dat niet.

Wel is het goed te weten dat alle medici, en dus ook psychologen en psychiaters, een geheimhoudingsplicht hebben. Dit betekent dat ze alleen informatie over jou mogen geven aan de mensen die je behandelen. Alleen met jouw toestemming en als je onder de zestien bent met de goedkeuring van je ouders, mogen ze het aan anderen (bijvoorbeeld je docent of sportleraar) vertellen.

Alleen een psychiater of een psycholoog mag een diagnose stellen over een psychiatrische stoornis. Die psychiater of psycholoog voert een aantal gesprekken met jou en vaak ook met belangrijke personen uit je omgeving zoals je ouders of leerkracht. Hij vraagt natuurlijk naar je klachten, maar wil ook weten hoe het op school en thuis gaat. Ook wil hij erachter komen hoe je omgaat met gebeurtenissen en of er iets is gebeurd waardoor je klachten zouden kunnen zijn ontstaan. Hij zal proberen te begrijpen op wat voor manier jij naar de wereld, de mensen om je heen en situaties kijkt en wat je sterke en zwakkere kanten zijn. Soms moet je ook een vragenlijst invullen. Die kan gaan over hoe je je voelt of wat je denkt, maar bijvoorbeeld ook over je eetgewoonten of waar je bang voor bent.

Daarnaast kan er ook iemand bij je op school of thuis komen kijken hoe het daar met je gaat en hoe je je gedraagt. En soms ga je ook praten met een fysiotherapeut, logopedist of dramatherapeut. Dit hangt allemaal af van waar je last van hebt of tegenaan loopt en welke vragen de psychiater of psycholoog nog heeft.

Alle informatie bij elkaar wordt gebruikt om te bepalen óf en welke stoornis je eventueel hebt. Daarvoor gebruiken psychiaters en psychologen een boek waarin per stoornis staat aan welke symptomen je moet voldoen om te kunnen zeggen dat je die stoornis hebt. Een symptoom is een klacht. Pas als je een bepaald aantal symptomen hebt, is er sprake van een stoornis. Dan kan je daarvoor behandeld worden.

Hoe is het te behandelen?
Het is erg belangrijk dat je als jongere met een oppositionele opstandige gedragsstoornis of antisociale gedragsstoornis behandeld wordt. Anders is het risico groot dat je het criminele pad op gaat, want mensen of dieren mishandelen of dwingen tot seks is volgens de wet verboden en strafbaar. Als je veel vecht of anderen uitdaagt, kan je in de problemen komen en in aanraking komen met politie of justitie.

Als de psychiater of psycholoog vaststelt dat je een gedragsstoornis hebt, kijkt hij samen met jou welke behandeling het beste bij je past en waar je het meest aan zult hebben. Soms is het ’t beste dat je één keer per week een uurtje met je behandelaar praat. Soms is het beter om meerdere keren bij dezelfde behandelaar te komen of juist bij verschillenden. En soms kan je een tijdje opgenomen worden. Dit gebeurt alleen als je een gevaar voor jezelf of je omgeving bent, bijvoorbeeld als je jezelf hebt uitgehongerd, verwond of dat je zó agressief bent dat je iemand zou kunnen verwonden. Alleen in dit soort situaties mag er zonder jouw toestemming en/of de toestemming van je ouders of verzorgers met een behandeling worden begonnen. In alle andere gevallen mag jij altijd een behandeling weigeren of stoppen. Wel is het zo dat de hulpverleners kunnen beslissen je niet meer te behandelen als je overal nee op zegt.

Als je tussen de twaalf en zestien jaar bent, moeten zowel jij als je ouders toestemming geven voor de behandeling. Boven de zestien geef alleen jij toestemming voor de behandeling.

Als je toestemming voor de behandeling hebt gegeven, dan maken jullie afspraken die worden vastgelegd in een behandelcontract. Daarin staat precies geschreven wat jullie gaan doen, welke doelen je wilt gaan halen. Ook staat er wanneer jullie gaan kijken hoe het gaat met de behandeling en wat er eventueel anders moet.

Er zijn veel verschillende behandelvormen, vaak werkt een combinatie van verschillende behandelvormen het beste. Je kunt individuele gesprekken hebben of in een groep met andere jongeren. Er is ook dramatherapie, dan ga je bijvoorbeeld via rollenspelen en gedichten schrijven proberen je angsten of sombere gevoelens te overwinnen of je impulsieve gedrag onder controle te krijgen. Bij een sociale vaardigheidstraining leer je hoe je zonder problemen of spanningen om kan gaan met andere mensen. Ook kan je leren hoe je problemen op een sociaal aanvaardbare manier op kan lossen. Er zit vast iets tussen wat jou wat lijkt en bij jou en je problemen past!

Het belangrijkste doel van de behandeling is natuurlijk dat je klachten minder worden. Daarnaast ga je allerlei vaardigheden oefenen die belangrijk zijn voor je ontwikkeling en geestelijke gezondheid. Ook je ouders en/of school kunnen hulp aangeboden krijgen. Zij krijgen bijvoorbeeld uitleg over jouw stoornis waardoor ze je beter zullen begrijpen. Zij krijgen tips hoe zij met jou om kunnen gaan in de opvoeding. Ook krijgen ze tips hoe zij jou kunnen helpen je weer prettiger in je vel te laten voelen. En ze worden zelf ook niet vergeten. De meeste ouders hebben veel voor hun kinderen over en willen ze graag helpen. Maar zorgen voor iemand met een stoornis kan erg ingewikkeld zijn en veel van ouders vragen. En het is natuurlijk niet de bedoeling dat je ouders hierdoor instorten. Dit kan voorkomen worden als ze meer van jouw problemen begrijpen. Als ouders het gevoel hebben dat zij weten hoe zij hun kind kunnen begeleiden voelen zij zich sterker. Daarnaast leren zij hoe zij ook voor zich zelf en je eventuele broers en zussen kunnen blijven zorgen.

Zijn er medicijnen voor?
Medicijnen kunnen worden gebruikt om ernstige en openlijke vormen van agressie te verminderen als blijkt dat andere vormen van behandeling niet of niet snel genoeg werken. Medicijnen worden ook gebruikt om gedragspatronen te doorbreken. Een combinatie van medicijnen en behandeling in de vorm van gesprekken komt vaak voor.

Heb jij zelf deze stoornis?

  • Als je merkt dat je in bepaalde situaties vaak in de problemen komt en je wilt dit veranderen, vraag dan aan iemand die je vertrouwt hoe zij zo’n situatie zouden oplossen. Het kan helpen om dit te oefenen. Dan ervaar je meteen wat voor ander effect je gedrag heeft op anderen en jezelf.
  • Als je een grote opdracht krijgt, probeer deze dan voor je zelf op te hakken in deelopdrachten die je een voor een af kan werken. Zo ervaar je per deelopdracht een succes en voor je het weet is de hele opdracht af! Dit voorkomt hopelijk dat je gefrustreerd raakt van de opdracht. Als je dit zelf lastig vindt, vraag dan aan je ouders, leerkracht, werkgever of zij je willen helpen. Zo kunnen jullie samen positieve ervaringen opdoen.
  • Als je het lastig vindt om te bepalen waar de grenzen van de mensen in je omgeving liggen (hoe ver mag je gaan met boos zijn en schelden), bespreek dit dan met je omgeving. Je kunt afspraken maken over wat wel en niet kan. En je kunt afspreken wat de gevolgen zijn als je je niet aan de afspraken houdt. Vergeet ook niet af te spreken wat de gevolgen zijn als het goed gaat!
  • Lees meer over gedragsstoornissen via de bibliotheek, internet en boekhandel.
  • Als je zelf erg veel last hebt van je eigen gedrag of merkt dat anderen last van jou hebben, neem die gevoelens en klachten dan serieus. Praat er met iemand over. Dit kan iemand zijn uit je omgeving zoals je ouders, broer, zus of goede vriendin. En ook bjivoorbeeld je mentor of vertrouwenspersoon op school.
  • Mocht je kenmerken van een gedragsstoornis bij jezelf herkennen dan raden wij je dringend aan om hier over te praten met je huisarts. De huisarts kan samen met jou kijken of je zorgen terecht zijn. Schaam je niet om professionele hulp te zoeken, het is juist een kracht!
  • Heb je nog vragen dan kun je contact met ons opnemen via WhatsApp, e-mail of de chat. Gebruik hiervoor de knoppen rechts op deze pagina. Je krijgt altijd snel antwoord

Ken jij iemand met deze stoornis?

  • Lees meer over gedragsstoornissen om de jongere beter te kunnen begrijpen.
  • Beloon positief gedrag en geef opbouwende kritiek en positieve feedback. Die ander krijgt waarschijnlijk al vaak straf en weer een straf uitdelen bevestigt alleen maar het beeld dat die persoon van zichzelf en van de omgeving heeft.
  • Als iemand in de fout gaat, laat dan zien wat een beter gedragsalternatief is in zo’n dergelijke situatie. Dus niet alleen straffen maar positief corrigeren.
  • Jongeren met een gedragsstoornis zijn meestal snel gefrustreerd. Als je wilt dat de jongere iets doet of laat geef dan korte, heldere opdrachten die kans geven op succes. Hierdoor wordt het zelfvertrouwen vergroot en een positief zelfbeeld versterkt. Bovendien geeft het jou de kans om leuke momenten met de jongere te hebben.
  • Maak thuis en op school afspraken over het aanpakken van negatief gedrag. Dit geeft duidelijkheid en voorkomt dat de jongere mensen tegen elkaar uit gaat spelen.
  • Probeer de jongere duidelijk te maken wat zijn gedrag bij anderen te weeg brengt.
  • Stel duidelijke grenzen aan het gedrag.
  • Zoek steun voor jezelf als het je te veel wordt. Zoek hulp bij iemand uit de directe omgeving die je vertrouwt of bij een professional.
  • Heb je nog vragen dan kun je contact met ons opnemen via e-mail of de chat. Gebruik hiervoor de knoppen rechts op deze pagina. Je krijgt altijd snel antwoord!

Meer informatie en hulp

organisaties (bv. Belangenbehartigers)

  • Balans, landelijke vereniging voor ouders van kinderen met ontwikkelingsstoornissen bij leren en/of gedrag, waaronder ADHD, dyslexie, autistische stoornissen en gedragsstoornissen: www.balansdigitaal.nl

Websites


ZIT JIJ NU MET VRAGEN OF EEN PROBLEEM?
TIP 1 : Check jezelf met de anonieme Zelftest op Mindmasters.nl
TIP 2 : Kijk op onze contact pagina hoe je een vraag kunt stellen aan de coach van Mindmasters
TIP 3 : Plaats hieronder een reactie op dit artikel
TIP 4 : Weet dat je altijd bij je huisarts terecht kunt

2 reacties

  1. 06-12-2016 15:35

    Hallo Anoniem,

    Helaas kan ik niet zeggen of er misschien sprake is van PTSS. Zoals je in ons artikel hebt kunnen lezen ontstaan gedragsproblemen vaak door een samenspel van psychische, biologische en sociale factoren. Als je echt wil weten waar bepaald gedrag en gevoelens vandaan komen en wat je kan doen om iemand te helpen of zelf geholpen te worden, kan de persoon zich laten onderzoeken. Een goed startpunt is om een afspraak te maken bij de huisarts en daar te vertellen wat je ons geschreven hebt. De huisarts weet goed waar mensen met psychische problemen en de mensen uit de omgeving geholpen kunnen worden.

    Ik hoop dat je met deze reactie verder kan. Als je hier over door wilt praten, kan je met ons appen op werkdagen tussen 9 en 17 uur.

    Groetjes, Isja van http://www.mindmasters.nl

    Door: Isja van www.mindmasters.nl
  2. 02-12-2016 23:35

    is het mogelijk dat als zegmaar een baby die 3 weken overtijd een moeilijke bevalling die alsnog met een spoedkeizersnee word gehaald al van baby af aan een slaapstoornis heeft gehad en haar hele kind zijn angstig is geweest omslaat in haar pubertijd in extreem ondernemend en zich tot verkeerde mensen aangetrokken voelt (crimineel loverboys drugsdealer),zelf jongens gebruikt , niet luistert ,heel zelfbepalend is en zich niet kunnen houden aan regels want die gelden niet voor haar. Is dit misschien achteraf gezien ptst.

    Door: Anoniem

Notice: Undefined variable: post_id in /data/sites/web/mindmastersnl/www/wp-content/themes/mindmasters/comments.php on line 48

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *